Skip to main content
| Super User | Amfibieën

Alpenwatersalamander

De alpenwatersalamander (Mesotriton alpestris)

Algemene kenmerken:

De alpenwatersalamander is een middelgrote watersalamander. De mannetjes bereiken een lengte van 10 cm, de vrouwtjes worden iets groter, tot 12 cm. Beide geslachten hebben een zeer kenmerkende buikkleur die geel tot oranje of oranjerood is en volledig ongevlekt. De rug bij het mannetje is eerder blauwgrijs en tijdens de voortplantingstijd bezit het mannetje een kleine, zwart en geel gevlokte rugkam. Het vrouwtje heeft op de rugzijde een grijze tot blauwgroene , bruine marmertekening. De mannetjes zijn kleiner dan de massievere vrouwtjes. De flanken zijn lichtblauw tot donkerblauw bij de mannetjes en blauwgrijs, grijsgroen of bruingroen bij de vrouwtjes.

Leefgebied:

De alpenwatersalamander is een algemeen voorkomende salamander: poelen, karrensporen, bronnen en op het land leeft hij verscholen in kelders, onder vermolmd hout , grotere stenen, in holen van knaagdieren of tussen wortels van bomen.

Komt voor in lage en middelhoge delen van Midden-Europa, van zeeniveau tot op een hoogte van 2600m.

Voortplanting:

Alpenwatersalamanders trekken in Midden-Europa van half februari tot eind maart naar de voortplantingswateren. Het mannetje controleert eerst met behulp van geuren de soort en het geslacht van zijn partner. Na een paringsritueel zet het mannetje een spermatofoor af die in de cloaca van het vrouwtje wordt opgenomen: inwendige bevruchting.

Het vrouwtje legt per seizoen 250 eieren af en vouwtje ieder eitje afzonderlijk in het blad van het waterplant.  Larven komen bij een lengte van 7 tot 10mm uit het ei en bij het einde van de metamorfose bereiken de larven een lengte tot 60-80mm.

Voedsel -vijanden:

Het voedsel van de alpenwatersalamander bestaat uit kleine insecten, libellen, kevers, muggen, salamandereieren. Vijanden zijn forellen in stromend water en in poelen is de waterspitsmuis de rover.

Inventarisatie:

De alpenwatersalamander is een veel voorkomende salamander, maar verstoring van de voortplantingswateren in bossen, verdwijnen van karrensporen en poelen heeft negatieve invloed. De alpenwatersalamander blijft een behoorlijke amfibiesoort in West-Vlaanderen en werd tijdens de inventarisatie van 2000-2005 ook aangetroffen aan de kust.